‘Frisse Moed’ De Standaard 12/08/24

Mannencoach Pieter Ruysschaert:
“Ik wist lange tijd niet hoe ik moest opkomen voor mezelf”

Wie is Pieter Ruysschaert?

Pieter Ruysschaert (64) was 32 jaar ondernemer, startte vijf bedrijven en is parallel al vijftien jaar coach voor mannen. Hij gelooft dat de vele signalen van toxische mannelijkheid aangeven dat we collectief te bouwen hebben aan een gezonde mannelijkheid. Hij deelt al 42 jaar zijn leven met Veronique, zijn echtgenote. Samen hebben ze twee zonen, Arno en Stijn.

 

Als kind voelde hij zich alleen in een onderdrukkend internaat, als student hing hij de rebel uit. Maar pas na vele jaren besefte Pieter Ruysschaert dat hij de vroege dood van zijn vader nooit goed verwerkt had. “Ik ben 26 jaar na de feiten stilletjes beginnen te rouwen.”

Peter Vantyghem
12 augustus 2024


Pieter Ruysschaert (64) was negen toen zijn vader in een auto-ongeluk het leven liet. Jef Ruysschaert, secretaris-generaal van de ­European Glass Industry, was een Vlaams geëngageerde man die het kwalijke oorlogsverleden van zijn naar Bolivië gevluchte familie gesublimeerd had door een taalcursus op te richten om de Walen Nederlands te leren. “Daarmee boog hij een kwetsuur om naar iets constructiefs: dat is altijd blijven hangen bij mij.”

Voor het gezin, met drie kinderen, veranderde na dat drama alles. “We moesten apart op internaat: in Turnhout, Eeklo en Brussel. Mijn vader overleed in mei, en in september ‘verloor’ ik dus ook mijn moeder, mijn broer en zus. In de week was ik eenzaam, in het weekend was mijn moeder zelden thuis. Ik heb mezelf opgevoed, maar zonder referentiekader, zonder heldere richting en steun. Dat werd een groot gemis: wie was ik? Ik had een erg laag zelfbeeld toen.”

Een internaat biedt toch leiding en verbondenheid?

“Niet in het Sint-Jan Berchmanscollege in Brussel toen. Onlangs zag ik in Godvergeten hoezeer het misbruik in katholieke scholen tierde, en ik heb gehuild. Ik had het gevoel medeplichtig te zijn, want wij wisten dat! Dat fysieke geweld, het seksuele misbruik: als je mishandeld was, of als je voor ‘bijles’ bij een pater geroepen werd, had je pech. We vroegen hoe erg het geweest was, maar we waren nog kinderen: we durfden niet eens te voelen wat er gebeurd kon zijn. Op zo’n plek zit je in overlevingsmodus. Het heeft de symptomen van een gevangenis: pestgedrag, intimidatie, geweld en slavernij onder de leerlingen.”

Kon u thuis hulp krijgen?

“Na het vijfde jaar – ik was toen al 17 – knielde ik voor mijn moeder en smeekte ik om me daar weg te halen. Ze zei: ‘Pieter, doe normaal, sta recht’, en dat was het. En op maandag ging ik terug. Ik kreeg de kans niet om dat uit te spreken. Nu kan dat allemaal niet meer, maar de mensen die het internaat toen leidden, waren emotioneel en sociaal niet sterk ontwikkeld.”

Werd er in uw tienerjaren soms over uw vader gesproken?

“Nee. Op die nacht van het ongeluk kwam het woord ‘nooit’ in volle ampleur mijn leven binnen. ‘Je zal je vader nooit terugzien’: zo’n uitspraak is groot en omvattend voor een kind. Ik liet ook een ander idee binnen: ‘de seconde’. In één seconde was mijn vader verongelukt, en mijn leven veranderd. Zo ging ik het leven zien: in één seconde kan iets ten goede of ten kwade keren en dan moet je in de juiste richting kijken. Toen ik later, bijvoorbeeld, bij de Stichting Kunstpromotie werkte, hoorde ik op een receptie dat Bessel Kok, de ceo van Belgacom, zijn eigen rockfestival wilde. Dat was nu eens zo’n seconde. Ik nam de volgende dag ontslag, stapte gedecideerd binnen bij Kok en zei hem dat hij beter alle bestaande grote festivals kon gaan sponsoren. Ik kreeg de opdracht en zo is ‘Belgacom online with rock’ ontstaan. Vanuit die seconde.”

Hebt u, mede door die eenzame en harde jaren, geleerd uw plan te trekken?

“Ik heb een hoge dam opgeworpen waarachter ik me kon verschuilen. Ik hield me koest, soms uit doodsangst voor die priesters, maar ik had het gevoel dat ik me er wel door zou slaan. Waar die interne kracht vandaan kwam, kan ik niet verklaren. Misschien komt ze uit mijn familie, want daar was volharding een gewaardeerde kwaliteit. Of misschien zat het in de tijd, omdat mensen toen meer verbonden leefden: dan denk je ook sneller dat alles goed komt.”

De eigen weg

Bevrijd van het internaat, trok Ruysschaert naar Leuven, om zich in het uitgaansleven te verliezen. “De totale verdwazing, ik heb véél gedronken. Maar tegelijk wilde ik me manifesteren, en zo ging ik voor ’t Stuc concerten organiseren. Eigenzinnige keuzes, zoals de Britse punkband GBH, waar zelfs de oproerpolitie uit Brussel voor aanrukte. Ik rebelleerde, tegen de structuren. Ik heb bands als Crime & the City Solution, La Muerte en The Triffids naar Leuven gehaald. Donkere muziek, niet eens mijn stijl, maar ze weerspiegelde wel mijn visie op de dingen. Ik had mijn alleenheid jarenlang zelf moeten dragen, dus zou ik nu ook alleen mijn weg zoeken.”

Het was het begin van een invloedrijke carrière in de Vlaamse muziekwereld. Ruysschaert werkte voor de Beursschouwburg, Live Nation, de Stichting Kunstpromotie en Belgacom. Met zijn bedrijf La Sensazione lag hij mee aan de basis van wat vandaag evident is: online concerttickets kopen. Maar hij bleef op de achtergrond, in de zone waar contracten en sponsoring elkaar raken. Hij voelde zich nergens thuis, en botste op een leegte in zichzelf, die hem terugvoerde naar zijn jeugd.

Ruysschaert analyseert het met een glimlach. “Wanneer ik rebelleerde, deed ik dat veilig van achter een schild, ingekapseld in een organisatie. Bij Live Nation botste ik op een mannelijke alfacultuur, waarin ik mijn weg niet vond. Eigenlijk wist ik gewoon niet hoe ik moest opkomen voor mezelf. Zo innoveerde ik eens een organisatie, creëerde een mooie functie die ik zelf dacht te verdienen, om daarna toe te kijken hoe iemand anders die innam. Ik liet dat gebeuren en zweeg.”

Wanneer besefte u dat het verlies van uw vader u had vastgezet?

“Bij de Stichting Kunstpromotie heb ik voor het eerst op tafel geslagen, een rechtszaak aangespannen en die ook gewonnen. Dat was een versterkend moment. In die periode heb ik een mannengroep opgestart, om bij andere mannen steun en begrip te zoeken. Dat was een openbaring. Je zit samen, vertelt waar je vastloopt, krijgt feedback en empathie. Ik voelde dat ik niet de enige was die twijfelde. En dan ben ik, 26 jaar na de feiten, stilletjes beginnen te rouwen om mijn vader. Ik sprak met hem, schreef briefjes aan hem die ik in een vuur gooide en kwam dichter bij mezelf. Mijn echtgenote wist hoe diep dat zat: ze moedigde me aan om in mijn verdriet te duiken en mijn tijd te nemen.”

Heeft dat louteringsproces u veranderd?

“Ja, ik leerde uit te komen voor mijn mening, en ‘aanwezig’ te zijn. In plaats van als rebel tégen iets te zijn, leerde ik voor iets op te komen. Creativiteit in plaats van rebellie. Maar soms sloeg dat door naar de andere kant. Ik wilde zo zichtbaar zijn dat ik begon te overcompenseren, zoals ik dat ook in mijn Leuvense studententijd gedaan had. Ik had evenwicht nodig.”

Waar vond u dat?

“In 1998 werd ik vader van een zoon. Ineens had ik een reason to be, verantwoordelijkheid om te zorgen voor iemand en diens leven te begeleiden. En ik was daar, op mijn 38ste, klaar voor. Dat was een indrukwekkend keerpunt. Ik heb toen ook het talencentrum van mijn vader uitgebouwd tot een internationale speler, waar 12- tot 18-jarigen intensief een taal kunnen leren of bijscholen. We hadden zo’n 2.000 leerlingen per jaar. Ik heb pas recent beseft dat ik met die school de gedrevenheid van mijn vader eerde.”

Aangekomen, dus. Toch zocht u daarna opnieuw uw eigen weg. Waarom?

“Ik stelde vast dat sommige leerlingen het heel moeilijk hadden, en rebelleerden. En ik besloot me met hen bezig te houden. Ik herkende hun eenzaamheid, hun verzet. Ze kwamen straf halen en ik zei, ‘ga zitten en laten we praten’. En dan hoorde je dat die kinderen door hun ouders werden gedwongen om een studie voor te bereiden die ze niet wilden beginnen. Het kwam er meestal op neer dat de ouders hun kind in een keurslijf duwden om hun eigen verlangen te laten primeren. Ik heb er prachtige gesprekken gehad, zelfs eens met iemand die al in de dakgoot zat.”

In de plooi

Pieter Ruysschaert heeft het talencentrum in 2020 verkocht, en is nu coach. Hij organiseert weekends waar vaders en zonen – nooit meer dan vijf duo’s tegelijk – samenkomen en elkaar op een andere manier vinden. “Ik probeer anderen te helpen vanuit de inzichten van mijn eigen kwetsuur. Ik denk wel dat mijn leven na veertig jaar zoeken in de plooi gevallen is. Ik voel rust, ik aanvaard alles zoals het is, ik heb mezelf kunnen genezen. En ik zie mijn jeugd nu meer als een geschenk, en probeer iets te betekenen voor anderen.”


Pieter Ruysschaert geeft twee workshops op het Mannenfestival (28/8 – 1/9) in St-Joris-Weert.

 

“Met de jaren is de wijsheid gekomen dat ik niet alles hoef te begrijpen”

Wat is het belangrijkste dat iemand ooit voor u heeft gedaan?

“Dat mijn moeder en mijn vader mij het leven hebben gegeven, en de verwondering die daarbij hoort. Kan er iets mooier zijn dan dat een mens een mens maakt, in al zijn volmaaktheid, al zijn potentieel, met de vaardigheid om te spreken, te zien, te horen, te lopen en al de duizenden microprocessen die elke seconde plaatsvinden? Een onwaarschijnlijk cadeau.”

Maakt u zich zorgen over de toekomst?

“Wanneer ik de jongeren zie en hoor met wie ik dagelijks werk, dan heb ik vertrouwen dat het goed komt. Deze mondige, bewuste jongeren gaan de wereld transformeren: iets waar wij volwassenen niet in geslaagd zijn. Tijdens de lockdown was ik wel verbijsterd hoe wij allemaal samen de wereld helemaal stillegden. Ik denk dat dat uniek was in de wereldgeschiedenis. We kunnen dus effectief uiterst ingrijpende veranderingen aan, zolang we het collectief doen. Alleen hebben we ons toen laten misleiden door de vele individuele meningen, die zo graag gehoord wilden worden. Ik heb een groot vertrouwen dat het individualistisch denken zijn eindpunt zal vinden in een nieuw ‘wij’, een nieuw collectief denken.”

Als u niet wist of het klopte wat u aan het doen was, waarin zocht u dan uw toevlucht?

“De tijd heeft mij geleerd dat wijsheid in het midden ligt. ‘Het midden’ van waaruit je zowel het ene als het andere aanschouwt, zowel het licht als het duister. Ik zie manipulatieve leiders die democratisch verkozen worden en oorlog voeren om de democratie te redden. Ik zie ook dat het ‘nieuwe denken’ ons op dwingende en intolerante manier opgelegd wordt. Aan beide kanten van het spectrum zitten we gekneld in een intolerantie van het eigen gelijk. ‘Het midden’ is een positie van waaruit mildheid ontstaat en aanvaarding, wat anders is dan goedkeuring. Het voedt me, geeft me richting en rust. Het inspireert me en geeft me ook een gevoel van nederigheid.”


Voelt u zich thuis op aarde?

“Jazeker, ik voel me een kind van een groter verhaal. Met de jaren is de wijsheid gekomen dat ik niet alles hoef te vatten, niet alles hoef te begrijpen. Loslaten en het soms niet weten, zijn een grote inspiratiebron. Niet weten is niet hetzelfde als niets weten, het betekent gewoon dat je niet systematisch naar oplossingen gaat. Sinds ik rituelen, kleine en grote, heb binnengebracht in mijn leven, heb ik veel rust gevonden: niet alles moet nog benoemd worden. Nu sta ik veel steviger en standvastiger in het leven. De erkenning dat ik gedragen word door iets groters, geeft me rust.”

Vorige
Vorige

Een mannencoach, wat is dat ?

Volgende
Volgende

Initiatie van jonge mannen